Probus Dispuut
  • Home
  • Over ons
    • Huidig bestuur
    • Oud-besturen
    • Raad van Advies
    • Beschermheer
  • Activiteiten
    • Aanmeldformulier ARAG
  • In de Probus
  • Contact
  • Lid worden
Foto
In iedere editie van "In de Probus" stellen wij door middel van een interview iemand voor uit de rechtspraktijk. Wij hopen op deze manier dat studenten meer te weten komen over onze sponsoren, de Erasmus School of Law, de master Privaatrecht en het leven na het afstuderen. 
interview #1: schelhaas
Podcast #1: Bedrijfsjurist
​Andrea de Champs
Interview #2: Lindenbergh
interview #3: NUYTINCK
Interview #4: Arts
Interview #5: Mierlo

In de probus #3 - Prof. mr. a.j.m. nuytinck

21/12/2018

0 Reacties

 
Foto
Prof. mr. A.J.M. Nuytinck (“professor Nuytinck”) werkt inmiddels al bijna 24 jaar bij Erasmus School of Law. Op 1 februari 1995 is hij hier aangesteld op de leerstoel met de omschrijving Privaatrecht, in het bijzonder personen-, familie- en erfrecht. In het begin doceerde hij alleen het vak familie(vermogens)recht, maar later kwam hier het vak “Inleiding Privaatrecht” nog bij. Als je college hebt gevolgd van professor Nuytinck, ben je zeker bekend met Sheet 6. De gelaagde structuur van het Burgerlijk Wetboek vindt professor Nuytinck erg mooi.
​Werk is voor professor Nuytinck niet zomaar zijn werk, het is echt zijn hobby. De professor werkt twee dagen per week in Rotterdam en twee dagen per week in Nijmegen. Hij moet dan ook veel heen en weer reizen tussen beide locaties. Daarnaast geeft hij postacademisch onderwijs. Door zijn jongste zoon Bram, die nu voetbalt in Italië bij Udinese, kan hij mooi het verschil uitleggen tussen balbezit en balhouderschap. Zijn voetballende zoon is niet alleen een inspiratiebron voor zijn colleges, professor Nuytinck heeft ook onwijs veel interesse in de carrière van zijn zoon. Hij volgt alle voetbalwedstrijden nauwgezet via de televisie. Daarnaast houdt professor Nuytinck zich bezig met het schrijven en om de drie jaar actualiseren van zijn studieboek en het schrijven voor juridische tijdschriften. Dit doet hij toch vaak in zijn vrije tijd.

“Ik vind werk heel leuk, ik zeg nooit: ik moet nog vijf jaar, ik zeg altijd: ik MAG nog vijf jaar.”
Toen professor Nuytinck in 5 vwo zat, wist hij nog niet zo goed wat hij wilde doen. Hij wist wel dat het iets in de richting van Cultuur en Economie of Cultuur en Maatschappij zou zijn, hij had namelijk meer gevoel voor taal. Uit zijn studiekeuzetest kwam de geschiktheid als accountant of notaris naar boven. Accountancy was het niet voor hem, hij kon zich daar niets bij bedenken. Hij besloot voor rechten te kiezen, zodat hij daarna altijd nog een keuze kon maken. Toen kreeg hij langzamerhand meer gevoel voor privaatrecht en is hij notarieel recht gaan studeren. Professor Nuytinck is student-assistent geweest en vond dit werk heel leuk. Hij mocht als student-assistent veel voorbereidend onderzoek doen voor handboeken en wilde eigenlijk zelf ook wel boeken gaan schrijven. Daarvoor is hij gaan studeren. Hij heeft nooit de ambitie gehad om als notaris te gaan werken.

“Privaatrecht begeleidt de mens van de wieg tot het graf.”
“Ik probeer mijn studenten net zo enthousiast te maken voor het privaatrecht als ik zelf ben.” Zijn primaire doel is dan ook het overbrengen van zijn enthousiasme voor het vak.
Professor Nuytinck is per toeval terechtgekomen in Rotterdam. Er was in Nijmegen een vacature bij personen- en familierecht. De vacature was voor één à twee dagen per week. Dit was voor professor Nuytinck te weinig. Hij was al 15 jaar universitair docent geweest. Hij wilde toen wel een keer hoogleraar worden en wilde dit fulltime doen. Toen kwam er ook een vacature open te staan in Rotterdam. Toon van Mierlo vroeg aan hem waarom hij niet in Rotterdam kwam solliciteren. Deze twee posities samen maakten een fulltime baan. In hetzelfde jaar heeft hij twee benoemingen gehad, in Rotterdam op 1 februari 1995 en in Nijmegen op 1 oktober 1995.
​
Er is volgens de professor een groot verschil tussen de Rotterdamse en de Nijmeegse studenten. De studenten in Rotterdam zijn wat assertiever, lees: positief hondsbrutaal, in Nijmegen zijn ze wat braver. Het verschil zie je voornamelijk in de nabesprekingen van tentamens. Nabesprekingscolleges in Rotterdam bereidt professor Nuytinck altijd twee keer zo lang voor. In Rotterdam proberen de studenten een vijf naar een zes opgehoogd te krijgen en in Nijmegen komen ze om de juiste antwoorden te horen.

Vanaf het begin had professor Nuytinck een bijzondere belangstelling voor het privaatrecht. Hij heeft wel strafprocesrecht gedaan om rechter-plaatsvervanger te kunnen worden, maar het familierecht werd steeds leuker. Daarin heeft hij zich verder verdiept. Professor Nuytinck is in 1987 op het huwelijksvermogensrecht gepromoveerd en daarin langzaam gegroeid. Van de drie privaatrechtelijke hoofdonderwerpen binnen de studie notarieel recht, te weten registergoederenrecht, ondernemingsrecht en familie(vermogens)recht, vond hij het laatste onderdeel het leukste. Zo is de belangstelling voor het familierecht ontstaan en gegroeid. Dit vak werd gegeven door heel enthousiaste docenten en dan ga je het vanzelf ook interessanter vinden.

De master privaatrecht is een goede mix tussen theorie en praktijk, je leert veel onderzoeksvaardigheden. Het is een goede voorbereiding voor de praktijk. Er is veel veranderd in de opzet van het onderwijs, je doet veel zelfstandig onderzoek. Familie(vermogens)recht is alleen een keuzevak en professor Nuytinck vindt het jammer dat het niet meer in de bachelor zit. Het is straks in de praktijk erg belangrijk. Eén op de twee huwelijken loopt uit op een echtscheiding en dan is het zonde als je dat vak niet hebt gehad. De master privaatrecht is een heel goede master, zowel privaatrecht algemeen als aansprakelijkheids- en verzekeringsrecht (“A&V”). A&V is de beste master van het land en dat zegt genoeg.

De overgang van het studeren naar de praktijk lag voor professor Nuytinck iets anders. Het verschil is niet zo groot als je van de collegebanken naar de wetenschap gaat. Als je kiest voor de advocatuur of werk als notaris, is het een groot verschil. Professor Nuytinck deed als student-assistent al veel wetenschappelijk werk, hierin had hij grote vrijheid. Hij kon ook thuis werken, maar dat was vroeger minder dan nu. Je kon ook je eigen werktijden indelen, omdat je geen cliënten had. Onderzoek is heel individueel. Je kunt in de advocatuur nog wel eens worden geleefd door cliënten, je kunt niet zeggen dat je geen tijd hebt. Het is lastig om tips te geven aan studenten die de overgang gaan maken naar de praktijk, omdat hij dit zelf niet echt heeft ervaren. De stress die je in de praktijk hebt, heeft hij nooit gehad. Hij kon verder met wat hij leuk vond. Je moet je eroverheen zetten en in het begin zul je een paar keer flink op je bek gaan, dan moet je gewoon doorzetten en dan komt het wel goed. Je went er snel aan, het is wel zwaar en het verschil is heel groot. Dat je fouten maakt in het begin, en in het begin meer dan later, is heel logisch. Het is niet erg om fouten te maken, zolang je daarvan maar leert.

Professor Nuytinck is een voetbalvader en als hij zou moeten kiezen tussen nooit meer meegaan naar voetbal of een ander rechtsgebied te moeten kiezen, dan zou hij kiezen voor voetbal kijken, maar dit is wel een moeilijke keuze. De professor vertelt: “Ik moest onlangs als alumnidecaan in Nijmegen Frans Timmermans, vice-voorzitter van de Europese Commissie, verwelkomen voor een lezing. Hij is een groot supporter van Roda JC en daarover moest ik natuurlijk in mijn welkomstwoord iets zeggen. Een bij deze lezing aanwezige collega van mij maakte er grapjes over dat ik vroeger niet eens wist of een voetbal rond of vierkant is en wat buitenspel is, omdat ik van nature zo onsportief ben. Het is de trots die je op je zoon hebt, je creëert toch belangstelling. Maar nu nog een ander rechtsgebied gaan doen, dat zou ik zeker niet doen. Ik ben geen zaakwaarnemer geworden voor mijn zoon, je moet goed in dat vak zitten. Als zaakwaarnemer moet je gewoon handig zijn en in het voetbalnetwerk zitten.”

Als professor Nuytinck zou moeten kiezen tussen Kluwer en Vermande, zou hij kiezen voor Kluwer.
“In Vermande stonden vroeger veel meer fouten (jaren ’80)”. Hij vertelde zijn studenten dat ze daarom Kluwer moesten kopen. Hij zegt dat dit misschien wel eens onrechtmatig zou kunnen zijn jegens Vermande. Hij heeft weleens een verhaal gehoord dat een collega tijdens college iets negatiefs zei over een bedrijf en er toen problemen mee kreeg. Veel verschil zal er tegenwoordig niet meer zijn, maar ik heb zelf altijd Kluwer gebruikt.

Ik legde de keuze, vingers als tenen hebben of tenen als vingers, voor aan professor Nuytinck. Hierop antwoorde hij dat hij dan graag vingers als tenen zou willen hebben, anders kan hij niet bladeren door het BW. Bij colleges zegt hij altijd dat de studenten hun handen moeten tonen om te laten zien of ze eelt op hun vingers hebben. Dit betekent dat ze veel in het Burgerlijk Wetboek hebben gebladerd.

Professor Nuytinck moet een nieuw beroep kiezen. Ik legde hem de keuze voor: mondhygiënist of gymleraar? Het leek hem allebei verschrikkelijk. Hij zou liever gymleraar zijn, zodat hij zijn leerlingen de “Nuytinck-omhaal” zou kunnen aanleren. Professor Nuytinck zegt zelf dat hij niet sportief is en altijd een zes haalde voor gym.

Sheet 6 zou volgens professor Nuytinck eigenlijk sheet 1 moeten worden. Maar dat kan niet, je moet eerst uitleggen wat het BW is, dan ga je pas naar de inhoud en dan kom je vanzelf bij sheet 6. Sheet 6 is inmiddels veranderd, de sheet is vereenvoudigd. Huurkoop en koop op afbetaling zijn als overeenkomst van goederenkrediet – evenals de geldlening – verhuisd naar Boek 7 BW. Er is nu een laag minder, deze onderdelen van Boek 7A BW zijn namelijk geschrapt op dit punt. Dit is in 2017 aangepast.

Professor Nuytinck heeft nog altijd zijn Burgerlijk Wetboek op zijn nachtkastje liggen en bij zijn vrouw is dit 50 tinten grijs. Professor Nuytincks levensmotto? “Luctor et Emergo” (ik worstel en kom boven). Als je iets begint, moet je het ook afmaken. Je moet iets goed doen of niet doen, maar je kunt geen half werk verrichten. Het is heel zwart-wit. Ik doe iets goed of ik doe het helemaal niet, dat doorzetten heb ik van huis uit meegekregen. Alles wat je vandaag kunt doen, moet je meteen doen en niet voor morgen laten liggen. 



0 Reacties



Laat een antwoord achter.

      Wilt u in de Probus? Vul dan onderstaand formulier in.

    Verzenden
Aangestuurd door Maak uw eigen unieke website met aanpasbare sjablonen.
  • Home
  • Over ons
    • Huidig bestuur
    • Oud-besturen
    • Raad van Advies
    • Beschermheer
  • Activiteiten
    • Aanmeldformulier ARAG
  • In de Probus
  • Contact
  • Lid worden